De Nederlandse jeugdkampioenschappen tafeltennis worden sinds 1947
gespeeld. Aanvankelijk alleen voor jongens, sinds 1951 ook voor meisjes.
Vanaf 1988 wordt ook een Nederlands jeugdkampioenschap voor B-spelers
gespeeld. |
Het toernooi van de A-spelers is het enige nationale jeugdtoernooi waar
zowel enkelspel als dubbelspel wordt gespeeld. Het enkelspel start met
meerkampen. Alle spelers worden ingedeeld in vier- of vijfkampen. Van die
groepen gaan de nummers 1 en 2 over naar de vervolgronde. De anderen zijn
uitgeschakeld. De vervolgronde wordt volgens direct afvalsysteem gespeeld,
de winnaar gaat door, de verliezer is uitgeschakeld. Het dubbelspel wordt
geheel in direct afvalsysteem gespeeld. Prijzen zijn er voor de nummers 1,2
en de beide nummers 3 van het enkelspel en de nummers 1 en 2 van het
dubbelspel. |
De vier halve finalisten van het NJK-B-hoofdtoernooi op de dag voor het
NJK-A, spelen niet alleen om het Nederlands jeugdkampioenschap B, zij
hebben ook het recht om mee te doen aan het A-toernooi. Dat betekent niet
dat zij daarmee een A-licentie hebben. Wel biedt deelname aan het
A-toernooi de mogelijkheid extra ranglijstpunten te halen. En natuurlijk is
het ook voor elke B-speler aantrekkelijk om zijn of haar krachten te kunnen
meten met de sterkste jeugdspelers van Nederland. |
De resultaten van de Nederlandse jeugdkampioenschappen kunnen ook gevolgen
hebben voor de licentie van een speler. A-spelers die de halve finale van
het A-toernooi bereiken zijn voor het volgende wedstrijdseizoen verzekerd
van aan A-licentie, ongeacht hun puntentotaal en ook als zij naar een
oudere leeftijdsgroep gaan. Ook B-spelers die de halve finale van het
A-toernooi bereiken zijn zeker van een A-licentie. Dat komt overigens maar
heel zelden voor, maar sinds 1988 is het drie B-spelers gelukt zo ver in
het A-toernooi te komen. |
De basis voor de plaatsing en indeling van de poules zijn de nationale
jeugdranglijsten van eind maart/begin april. Daarin zijn de resultaten van
de eerste helft van de voorjaarscompetitie verwerkt. |